Pakketten om zelf aan de slag te gaan.
- Op een voorbereidde bal is al een gedeelte van het patroon aangebracht.
- Zodat U kunt zien wat de bedoeling van het patroon is.
- De pakketten zijn zeer compleet: het enige dat U nog nodig heeft is een schaar.
- Een beschrijving is bijgevoegd.
Op de foto staat een van de mogelijke patronen afgebeeld.
De pakketten zijn te bestellen in door U gewenste kleuren.
- Verzending per post is mogelijk en geschiedt voor risico van de ontvanger.
- Natuurlijk kunt U de voorbereidingen zelf uitvoeren.
- Daarvoor staan hier richtlijnen.
Zelf aan de slag
Dit is een hele uitdaging !
Na enige oefening is het een heerlijk tijdverdrijf.
Heel in het kort:
- omwikkelen
- meetlatje maken
- spelden plaatsen
- steundraden aanbrengen (optioneel)
- patroon aanbrengen.
De basiswerkwijze is als volgt:
1. Omwikkelen.
Een piepschuimbal wordt omwikkeld met dun garen tot van het wit niets meer is te zien. In het begin heeft een donkerder kleur de voorkeur voor het omwikkelen. De laag zal dan iets dikker worden, wat belangrijk is voor het goed kunnen aan en afhechten van de patroondraden in een later stadium.
Het beste is als er geen draden naast elkaar komen te liggen. De bal daarvoor regelmatig anders vasthouden en in de vingers laten bewegen.
2. Meetlatje maken.
Vervolgens wordt er van een strookje papier een soort meetlatje gemaakt, ter lengte van de omtrek van de bal + een vasthoudlipje.
Het verdient aanbeveling voor iedere bal een nieuw strookje te nemen. Elke piepschuimbal kan iets anders zijn van maat, ofwel er is iets meer of minder om de bal gewikkeld.
Het strookje wordt hoe dan ook ALTIJD verdeeld in 4-en. Dat voor de verdeling voor de polen en de evenaar.
Verder wordt het strookje verdeeld in het aantal parten dat verlangd wordt voor het patroon. Een aantal verdelingen zijn te krijgen door vouwen, andere verdelingen worden uitgemeten.
3. Spelden aanbrengen.
Met behulp van het meetlatje de spelden aanbrengen in de volgorde:
-
noordpool
-
zuidpool
-
evenaar
Het is belangrijk wanneer mogelijk, de spelden vanuit meerdere posities te controleren. Spelden die zijn aangebracht en gecontroleerd NIET meer verplaatsen.
4. Steundraden aanbrengen.
Vanaf de pool kunnen indien gewenst steundraden worden aangebracht die lopen langs de evenaarspelden. Op de polen de kruisingen van draden vastzetten.
5. Patroon aanbrengen.
Eigenlijk zijn er twee soorten patronen:
-
wikkelpatronen en
-
zgn. borduurpatronen
Bij een wikkelpatroon wordt de patroondraad alleen bij het aan- en afhechten in de ondergrond vastgezet.
Bij een zgn. borduurpatroon wordt de patroondraad bij iedere hoek/bocht vastgezet.
Een nog uitgebreidere werkbeschrijving en vele patronen staan in de werkboeken van Sandra Moek.
Deze zijn geschreven tijdens het werken aan de desbetreffende Temari, en zodoende duidelijk in het gebruik.
Te verkrijgen titels staan vermeld op de bladzijde Boeken: Nederlandse uitgaven.